De orgels van de Nicolaïkerk

front Marcussenorgel
De orgels van de Nicolaïkerk

De Nicolaïkerk bezit drie orgels. Naast het koororgel van de firma Van Vulpen heeft de Nicolaïkerk twee orgels van de Deense orgelbouwer Marcussen & Søn.

Marcussen & Søn

Marcussen bracht veel internationale vernieuwing teweeg met haar orgels. Zij combineerde de oude renaissance en barokke elementen met de nieuwe technieken van het orgelbouwen.

Het grote Marcussenorgel is gebouwd in 1953 en verving het Witteorgel. Dit orgel uit 1888 kon, nadat in 1948 een roosvenster werd ontdekt tijdens een restauratie, niet meer op zijn oorspronkelijke plaats worden teruggeplaatst. Het orgel was te hoog en zou dan het roosvenster blokkeren. Besloten werd een nieuw orgel te laten maken. Ingewijden beschouwen het nieuwe Marcussenorgel als een topstuk. Het is gebouwd naar 17e-eeuwse voorbeelden uit Noord-Duitsland en is opvallend vanwege zijn front. Het bevat horizontale tongwerken (trompetten), iets dat tot 1953 nog nooit te zien was geweest in Nederland.

Het kleine Marcussenorgel dateert uit 1950 en is gebouwd als Sweelinckorgel voor de NCRV. Toen deze omroep naar een nieuwe studio verhuisde werd in 2000 dit orgel in bruikleen gegeven aan de Nicolaaskerk.




Van Vulpen

Het koororgel is afkomstig van de Utrechtse orgelbouwers Van Vulpen en heeft in verscheidene kerken gestaan. Het staat sinds 1979 in de Nicolaaskerk.

Peter Gerritsz

Eén belangrijk orgel bevindt zich niet meer in de Nicolaaskerk. Het is het orgel van Peter Gerritszoon, daterend uit 1477-79 en daarmee het oudste en belangrijkste bewaard gebleven orgel uit de Middeleeuwen in Nederland. In 1886 verkocht de kerk dit orgel aan het Rijksmuseum in Amsterdam. Voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het orgel veilig opgeslagen in een rijksbunker. Na de oorlog kreeg de orgelkas echter een nieuwe bestemming. In het kader van het herstel van oorlogsschade liet de overheid het orgel overbrengen naar Middelburg, waar het abdijcomplex door de bombardementen van 17 mei 1940 zwaar beschadigd was geraakt. De kas van het Peter Gerritszorgel werd opgenomen in de Koorkerk. Het binnenwerk van het orgel is elders opgeslagen en dus is het orgel nu niet in staat om muziek te produceren.

De Raad van State heeft bepaald dat de orgel na 127 jaar weer terug komt in Utrecht waar de Stichting Peter Gerritszorgel  zeer content mee is. “Door de samenvoeging en herplaatsing in Utrecht kan ten volle recht gedaan worden aan de uitzonderlijke cultuurhistorische waarden van instrument in relatie tot de ruimte waarvoor het ontworpen is en ruim 400 jaar heeft gefunctioneerd. “

 

terug